25.5.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/10


Arrest van het Gerecht van 2 april 2020 — UG / Commissie

(Zaak T-571/17) (1)

(“Openbare dienst - Arbeidscontractanten - Overeenkomst voor onbepaalde tijd - Artikel 47, onder c), i), RAP - Beëindiging met inachtneming van de opzegtermijn - Gronden voor de beëindiging - Gedrag in de dienst en werkhouding die niet verenigbaar zijn met het belang van de dienst - Kennelijk onjuiste beoordeling - Toezicht op de materiële juistheid van de feiten - Ontbreken van bewijs - Aansprakelijkheid - Materiële schade - Betaling van de verschuldigde salarissen”)

(2020/C 175/11)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: UG (vertegenwoordigers: M. Richard en P. Junqueira de Oliveira, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Berscheid, L. Radu Bouyon en B. Mongin, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, ten eerste tot nietigverklaring van het besluit van 17 oktober 2016 waarbij het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Luxemburg (OIL) van de Commissie met ingang van 20 augustus 2017 verzoeksters aanstellingsovereenkomst heeft beëindigd op basis van artikel 47, onder c), i), van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, en ten tweede tot verkrijging van een vergoeding voor de materiële schade die verzoekster door dat besluit zou hebben geleden en van de immateriële schade die zij geleden zou hebben als gevolg van de vernederende behandeling die zij zou hebben ondergaan wegens haar vakbondsactiviteit en het opnemen van ouderschapsverlof

Dictum

1)

Het besluit van de Europese Commissie van 17 oktober 2016 tot beëindiging van de overeenkomst voor onbepaalde tijd van UG wordt nietig verklaard.

2)

Partijen zenden het Gerecht binnen drie maanden na de uitspraak van dit interlocutoir arrest het in onderlinge overeenstemming vastgestelde bedrag van de financiële vergoeding die is verbonden aan de onrechtmatigheid van het besluit van 17 oktober 2016, of, bij gebreke van overeenstemming, hun gekwantificeerde conclusies over dit bedrag.

3)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

4)

De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden.


(1)  PB C 357 van 23.10.2017.