Zaak T-352/17: Arrest van het Gerecht van 31 mei 2018 — Korwin-Mikke/Parlement („Institutioneel recht — Europees Parlement — Reglement van het Parlement — Uitspraken die afbreuk doen aan de waardigheid van het Parlement en aan het goede verloop van de parlementaire werkzaamheden — Tuchtmaatregelen in de vorm van verlies van het recht op de verblijfsvergoeding en tijdelijke opschorting van deelname aan alle werkzaamheden van het Parlement — Vrijheid van meningsuiting — Motiveringsplicht — Onjuiste rechtsopvatting”)
Arrest van het Gerecht van 31 mei 2018 — Korwin-Mikke/Parlement
(Zaak T-352/17) ( 1 )
„(„Institutioneel recht — Europees Parlement — Reglement van het Parlement — Uitspraken die afbreuk doen aan de waardigheid van het Parlement en aan het goede verloop van de parlementaire werkzaamheden — Tuchtmaatregelen in de vorm van verlies van het recht op de verblijfsvergoeding en tijdelijke opschorting van deelname aan alle werkzaamheden van het Parlement — Vrijheid van meningsuiting — Motiveringsplicht — Onjuiste rechtsopvatting”)”
2018/C 249/40Procestaal: FransPartijen
Verzoekende partij: Janusz Korwin-Mikke (Józefów, Polen) (vertegenwoordigers: M. Cherchi, A. Daoût en M. Dekleermaker, advocaten)
Verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: N. Görlitz, S. Seyr en S. Alonso de León, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU, strekkende tot nietigverklaring van het besluit van de voorzitter van het Parlement van 14 maart 2017 en van het besluit van het Bureau van het Parlement van 3 april 2017 om verzoeker de sanctie op te leggen van verlies van het recht op de verblijfsvergoeding voor een duur van 30 dagen, tijdelijke uitsluiting van zijn deelname aan alle werkzaamheden van het Parlement gedurende tien opeenvolgende dagen en het verbod om het Parlement te vertegenwoordigen gedurende een periode van een jaar, en voorts verzoek krachtens artikel 268 VWEU, strekkende tot herstel van de schade die verzoeker zou hebben geleden als gevolg van de voornoemde besluiten
Dictum
1) |
Het besluit van het Bureau van het Europees Parlement van 3 april 2017 wordt nietig verklaard. |
2) |
De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen. |
3) |
Janusz Korwin-Mikke en het Parlement dragen elk hun eigen kosten. |
( 1 ) PB C 239 van 24.7.2017.