23.5.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 207/22


Arrest van het Gerecht van 30 maart 2022 — Martinair Holland / Commissie

(Zaak T-323/17) (1)

(“Mededeling - Mededingingsregelingen - Luchtvrachtmarkt - Besluit waarbij een inbreuk op artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Gemeenschap en Zwitserland inzake luchtvervoer wordt vastgesteld - Coördinatie van onderdelen van de prijs voor luchtvrachtdiensten (brandstoftoeslag, veiligheidstoeslag, betaling van commissie over toeslagen) - Uitwisseling van informatie - Territoriale bevoegdheid van de Commissie - Eén enkele voortdurende inbreuk - Gelijke behandeling - Motiveringsplicht”)

(2022/C 207/30)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Martinair Holland NV (Haarlemmermeer, Nederland) (vertegenwoordiger: M. Smeets, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Dawes en C. Vollrath, gemachtigden, bijgestaan door B. Doherty, barrister)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van besluit C(2017) 1742 final van de Commissie van 17 maart 2017 betreffende een procedure op grond van artikel 101 VWEU, artikel 53 van de EER-Overeenkomst en artikel 8 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (zaak AT.39258 — Luchtvracht), voor zover dit besluit verzoekster betreft.

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

De Europese Commissie zal een derde van haar kosten dragen.

3)

Martinair Holland NV zal haar eigen kosten en twee derde van die van de Commissie dragen.


(1)  PB C 239 van 24.7.2017.