22.2.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 62/23


Arrest van het Gerecht van 16 december 2020 — Balti Gaas/Commissie en INEA

(Gevoegde zaken T-236/17 en T-596/17) (1)

(“Financiële bijstand in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF) voor de periode 2014-2020 - Gebied van de trans-Europese energie-infrastructuur - Oproepen tot het indienen van voorstellen - Beroep wegens nalaten - Geen verzoek tot handelen - Niet-ontvankelijkheid - Beroep tot nietigverklaring - Niet voor beroep vatbare handeling - Voorbereidende handeling - Gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid - Besluit waarbij een voorstel wordt geweigerd - Kennelijke beoordelingsfouten - Motiveringsplicht - Bevoegdheid van de Commissie”)

(2021/C 62/27)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Balti Gaas OÜ (Tallinn, Estland) (vertegenwoordiger: E. Tamm, advocaat)

Verwerende partijen: Europese Commissie (vertegenwoordigers: O. Beynet en Y. Marinova, gemachtigden), Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (vertegenwoordigers: I. Ramallo en L. Di Paolo, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van verzoekende partij: Republiek Estland (vertegenwoordiger: N. Grünberg, gemachtigde)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van het beweerde besluit in de brief van het INEA van 17 februari 2017 betreffende verzoeksters voorstel in antwoord op de tweede oproep tot het indienen van voorstellen voor 2016 in het kader van de Connecting Europe Facility (CEF), op basis van het meerjarenwerkprogramma dat werd vastgesteld in het kader van uitvoeringsbesluit C(2016) 1587 final van de Commissie van 17 maart 2016 tot wijziging van uitvoeringsbesluit C(2014) 2080 van de Commissie tot vaststelling van het meerjarenwerkprogramma voor het verstrekken van financiële bijstand op het gebied van de trans-Europese energie-infrastructuur in het kader van de CEF voor de periode 2014-2020 (zaak T-236/17), en voorts, primair, een verzoek krachtens artikel 265 VWEU strekkende tot vaststelling dat de Commissie ten onrechte heeft nagelaten een met redenen omklede beslissing vast te stellen inzake dit voorstel van verzoekster en, subsidiair, een verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit C(2017) 1593 final van de Commissie van 14 maart 2017 betreffende de selectie en subsidiëring van projecten van gemeenschappelijk belang in het kader van de CFE op het gebied van de trans-Europese energie-infrastructuur (zaak T-596/17).

Dictum

1)

De beroepen worden verworpen.

2)

Het Uitvoerend Agentschap innovatie en netwerken (INEA) wordt verwezen in zijn eigen kosten en in de kosten van Balti Gaas OÜ in zaak T-236/17. De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten in deze zaak.

3)

In zaak T-596/17 zal Balti Gaas zal haar eigen kosten dragen, alsook die van de Commissie.

4)

De Republiek Estland zal haar eigen kosten dragen.


(1)  PB C 221 van 10.7.2017.