1.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 220/35


Arrest van het Gerecht van 8 mei 2019 — RW/Commissie

(Zaak T-170/17) (1)

(„Openbare dienst - Ambtenaren - Artikel 42 quater van het Statuut - Verlof in het belang van de dienst - Pensionering ambtshalve - Procesbelang - Ontvankelijkheid - Werkingssfeer van de wet - Letterlijke, contextuele en teleologische uitlegging”)

(2019/C 220/44)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: RW (vertegenwoordigers: S. Orlandi en T. Martin, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk G. Berscheid en A.-C. Simon, vervolgens G. Berscheid en B. Mongin, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 2 maart 2017 om verzoeker krachtens artikel 42 quater van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie in het belang van de dienst op verlof te plaatsen en hem gelijktijdig krachtens de vijfde alinea van die bepaling ambtshalve te pensioneren

Dictum

1)

Het besluit van de Europese Commissie van 2 maart 2017 waarbij RW in het belang van de dienst op verlof is geplaatst en gelijktijdig ambtshalve is gepensioneerd, wordt nietig verklaard.

2)

De Europese Commissie draagt haar eigen kosten en de kosten van RW, daaronder begrepen die van de procedure in kort geding.


(1)  PB C 161 van 22.5.2017.