29.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 392/26


Arrest van het Gerecht van 13 september 2018 — ACTC/EUIPO — Taiga (tigha)

(Zaak T-94/17) (1)

([„Uniemerk - Oppositieprocedure - Aanvraag voor Uniewoordmerk tigha - Ouder Uniewoordmerk TAIGA - Relatieve weigeringsgrond - Verwarringsgevaar - Overeenstemmende tekens - Artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 207/2009 [thans artikel 8, lid 1, onder b), van verordening (EU) 2017/1001] - Artikel 42, leden 2 en 3, van verordening nr. 207/2009 (thans artikel 47, leden 2 en 3, van verordening 2017/1001) - Bewijs van het normale gebruik van het oudere merk”])

(2018/C 392/31)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: ACTC GmbH (Erkrath, Duitsland) (vertegenwoordigers: V. Hoene, D. Eickemeier en S. Gantenbrink, advocaten)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. Kusturovic, D. Walicka en J. Ivanauskas, gemachtigden)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO, interveniërend voor het Gerecht: Taiga AB (Varberg, Zweden) (vertegenwoordigers: C. Eckhartt en K. Thanbichler-Brandl, advocaten)

Voorwerp

Beroep tegen de beslissing van de vierde kamer van beroep van het EUIPO van 9 december 2016 (zaak R 693/2015-4) inzake een oppositieprocedure tussen Taiga en ACTC

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

ACTC GmbH wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 112 van 10.4.2017.