12.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 52/17


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Augstākā tiesa (Letland) op 15 november 2017 — SIA „KPMG Baltics”, likvidējamās AS „Latvijas Krājbanka” administratore

(Zaak C-639/17)

(2018/C 052/23)

Procestaal: Lets

Verwijzende rechter

Augstākā tiesa

Partijen in het hoofdgeding

Eiseres tot cassatie: SIA „KPMG Baltics”, likvidējamās AS „Latvijas Krājbanka” administratore

Andere partij in het cassatieberoep: SIA „Ķipars AI”

Prejudiciële vragen

1)

Omvat het begrip „overboekingsopdracht” in de zin van richtlijn 98/26/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/44/EG (2), een betalingsopdracht waarbij een deposant een kredietinstelling verzoekt geld over te boeken naar een andere kredietinstelling?

2)

Zo ja, moet artikel 3, lid 1, van richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/44/EG, — volgens hetwelk „[o]verboekingsopdrachten en verrekening […] juridisch afdwingbaar [zijn] en […] aan derden [kunnen] worden tegengeworpen, zelfs in geval van een insolventieprocedure tegen een deelnemer, mits de overboekingsopdrachten in het systeem zijn ingevoerd vóór het tijdstip waarop een insolventieprocedure als omschreven in artikel 6, lid 1, is geopend. Dit is ook van toepassing bij een insolventieprocedure tegen een deelnemer (aan het betrokken systeem dan wel aan een interoperabel systeem) of tegen de systeemexploitant van een interoperabel systeem indien die geen deelnemer is” –, aldus worden uitgelegd dat een opdracht als die welke in dit geding aan de orde is, kon worden geacht „in het systeem te zijn ingevoerd” en moest worden uitgevoerd?


(1)  PB 1998, L 166, blz. 45.

(2)  PB 2009, L 146, blz. 37.