5.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 42/3


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo (Spanje) op 24 oktober 2017 — Fundación Consejo Regulador de la Denominación de Origen Protegida Queso Manchego / Industrial Quesera Cuquerella S.L. en Juan Ramón Cuquerella Montagud

(Zaak C-614/17)

(2018/C 042/05)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Supremo

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Fundación Consejo Regulador de la Denominación de Origen Protegida Queso Manchego

Verwerende partijen: Industrial Quesera Cuquerella S.L. en Juan Ramón Cuquerella Montagud

Prejudiciële vragen

1)

Dient er, om te kunnen spreken van het oproepen van een krachtens artikel 13, lid 1, onder b), van verordening 510/2006 (1) verboden voorstelling van een beschermde oorsprongsbenaming, noodzakelijkerwijs sprake te zijn van het gebruik van benamingen die een grafische of fonetische gelijkenis vertonen met die beschermde oorsprongsbenaming, of kan deze voorstelling ook worden opgeroepen door het gebruik van een beeldtekens die een voorstelling oproepen van de oorsprongsbenaming?

2)

Kan, in het geval van een beschermde oorsprongsbenaming met een geografisch karakter [artikel 2, lid 1, onder a), van verordening 510/2006], wanneer het gaat om identieke of soortgelijke producten, het gebruik van tekens die een voorstelling oproepen van de regio waarmee de beschermde oorsprongsbenaming verband houdt, worden aangemerkt als de oproeping van een voorstelling — als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder b), van verordening 510/2006 — van de beschermde oorsprongsbenaming zelf die ook verboden is in het geval waarin degene die die tekens gebruikt een producent is die is gevestigd in de regio waarmee die beschermde oorsprongsbenaming verband houdt, doch wiens producten niet vallen onder die beschermde oorsprongsbenaming omdat zij behalve aan het vereiste van geografische oorsprong, aan geen van de specificaties voldoen?

3)

Dient de notie van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument, van wiens waarneming de nationale rechter moet uitgaan om te kunnen bepalen of er sprake is van het oproepen van een „voorstelling” als bedoeld in artikel 13, lid 1, onder b), van verordening 510/2006 in die zin te worden opgevat dat zij ziet op de Europese consument dan wel in die zin dat zij enkel ziet op de consument van de lidstaat waarin het product dat de beschermde geografische aanduiding voor de geest roept, wordt vervaardigd of waarmee de BOB geografisch verbonden is en waar het product hoofdzakelijk wordt geconsumeerd?


(1)  Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen (PB 2006, L 93, blz. 12).