2.10.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 330/9


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Administrativen sad Veliko Tarnovo (Bulgarije) op 27 juli 2017 — „Walltopia” AD/Direktor na Teritorialna direktsia na Natsionalnata agentsia za prihodite — Veliko Tarnovo

(Zaak C-451/17)

(2017/C 330/11)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Administrativen sad Veliko Tarnovo

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij:„Walltopia” AD

Verwerende partij: Direktor na Teritorialna direktsia na Natsionalnata agentsia za prihodite — Veliko Tarnovo

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 14, lid 1, van verordening (EG) nr. 987/2009 (1) van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels juncto artikel 12, lid 1, van verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels aldus worden uitgelegd dat de aldaar bedoelde persoon die werkzaamheden in loondienst verricht, niet onderworpen is aan de wetgeving van de lidstaat waar zijn werkgever gevestigd is, wanneer die persoon volgens de in artikel 1, onder l), van verordening nr. 883/2004 genoemde nationale wetgeving onmiddellijk voor het begin van zijn werkzaamheden in loondienst niet de hoedanigheid van verzekerde in die lidstaat had?

2)

Indien de eerste prejudiciële vraag ontkennend wordt beantwoord, mag de nationale rechter dan voor de uitlegging van de inhoud en de betekenis van het begrip „onderworpen” in artikel 14, lid 1, van verordening nr. 987/2009 en in artikel 12, lid 1, van verordening nr. 883/2004 ermee rekening houden dat de persoon onderdaan van een lidstaat is, wanneer de persoon die werkzaamheden in loondienst verricht, toch al louter op basis van zijn nationaliteit aan de nationale wetgeving was onderworpen?

3)

Mag de nationale rechter, indien ook de tweede vraag ontkennend wordt beantwoord, de plaats waar de persoon die werkzaamheden in loondienst verricht duurzaam pleegt te wonen in de zin van artikel 1, onder j), van verordening nr. 883/2004 in aanmerking nemen wanneer hij het in de tweede prejudiciële vraag genoemde begrip gebruikt?

4)

Met welke uitleggingsgegevens moet de nationale rechter, indien ook de derde prejudiciële vraag ontkennend wordt beantwoord, bij het onderzoek van de inhoud van de uitdrukking „onderworpen […] wetgeving” in artikel 12, lid 1, van verordening nr. 883/2004 en artikel 14, lid 1, van verordening [nr. 987/2009] rekening houden om deze bepalingen overeenkomstig hun precieze betekenis toe te passen?


(1)  Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (Voor de EER en Zwitserland relevante tekst) (PB 2009, L 284, blz. 1).