21.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 277/28 |
Beroep ingesteld op 10 juli 2017 — Commissie/Kroatië
(Zaak C-415/17)
(2017/C 277/42)
Procestaal: Kroatisch
Partijen
Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: H. Støvlbæk, M. Mataija en G. von Rintelen, gemachtigden)
Verwerende partij: Republiek Kroatië
Conclusies
— |
vaststellen dat de Republiek Kroatië, door niet uiterlijk op 17 juni 2016 de maatregelen te treffen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2014/56/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen (PB 2014, L 158, blz. 196) of de Commissie in elk geval niet van die maatregelen in kennis te stellen, de krachtens artikel 2 van die richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen; |
— |
de Republiek Kroatië overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU veroordelen tot betaling van een dwangsom van 9 275,20 EUR per dag vanaf de datum van uitspraak van het arrest waarbij wordt vastgesteld dat de verplichting tot mededeling van de maatregelen ter omzetting van richtlijn 2014/56 niet is nagekomen; |
— |
de Republiek Kroatië verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
De Republiek Kroatië heeft niet voldaan aan de op haar rustende verplichting tot bekendmaking van de maatregelen ter omzetting van richtlijn 2014/56 binnen de in artikel 2 van die richtlijn gestelde termijn.