18.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 309/28


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos vyriausis administracinis teismas (Litouwen) op 29 juni 2017 — UAB „EVP International”/Lietuvos bankas

(Zaak C-389/17)

(2017/C 309/36)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos vyriausis administracinis teismas

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: UAB „EVP International”

Andere partij: Lietuvos bankas

Prejudiciële vraag

Dient artikel 5, lid 2, van richtlijn 2009/110/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van richtlijn 2000/46/EG, gelezen in samenhang met artikel 6, lid 1, onder a), van die richtlijn, aldus te worden uitgelegd dat in omstandigheden zoals die in het hoofdgeding, de volgende handelingen als betalingsdiensten die (geen) verband houden met de uitgifte van elektronisch geld moeten worden aangemerkt:

a)

een betalingstransactie waarbij het elektronische geld (terugbetaalbare geldmiddelen) dat tegen de nominale waarde is terugbetaald, naar aanleiding van een door de houder van elektronisch geld aan de instelling voor elektronisch geld (de uitgever) gedaan verzoek (gegeven opdracht) wordt overgemaakt naar een bankrekening van een derde partij;

b)

een betalingstransactie waarbij de koper (betaler) van goederen en/of diensten in opdracht van de verkoper voor goederen en/of diensten betaalt door geldmiddelen over te maken/te betalen aan een instelling voor elektronisch geld (uitgever van elektronisch geld), die, na ontvangst van de geldmiddelen, ten behoeve van de verkoper (houder van elektronisch geld) elektronisch geld uitgeeft tegen de nominale waarde van de ontvangen geldmiddelen?


(1)  Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van richtlijn 2000/46/EG (PB 2009, L 267, blz. 7).