14.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 269/10 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Conseil d’Etat (Frankrijk) op 29 mei 2017 — Marle Participations SARL/Ministre de l’Économie et des Finances
(Zaak C-320/17)
(2017/C 269/14)
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Conseil d'État
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Marle Participations SARL
Verwerende partij: Ministre de l’Économie et des Finances
Prejudiciële vragen
Aan het Hof van Justitie wordt gevraagd of, en in voorkomend geval onder welke voorwaarden, de verhuur van een gebouw door een holding aan een dochteronderneming een rechtstreekse of indirecte inmenging in het beheer van deze dochteronderneming vormt, die tot gevolg heeft dat het verwerven of het bezit van aandelen van deze dochteronderneming een economische activiteit wordt in de zin van de richtlijn (1) van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
(1) Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1).