18.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 121/13 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Galicia (Spanje) op 25 januari 2017 — Isabel González Castro/Mutua Umivale en Prosegur España S.L.
(Zaak C-41/17)
(2017/C 121/19)
Procestaal: Spaans
Verwijzende rechter
Tribunal Superior de Justicia de Galicia
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Isabel González Castro
Andere partijen: Mutua Umivale en Prosegur España S.L.
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 7 van richtlijn 92/85/EEG (1) aldus worden uitgelegd dat nachtarbeid — waartoe de in artikel 2 bedoelde werkneemsters (onder andere werkneemsters tijdens de lactatie) niet mogen worden verplicht — niet alleen arbeid omvat die volledig ’s nachts wordt verricht, maar ook ploegenarbeid wanneer, zoals in casu, een deel daarvan uit nachtdiensten bestaat? |
2) |
Gelden in een geding betreffende het bestaan van risico tijdens de lactatie van een werkneemster de bijzondere bewijsregels van artikel 19, lid 1, van richtlijn 2006/54/EG (2) — in Spaans recht omgezet bij, onder andere, artikel 96, lid 1, van Ley 36/2011 [de 10 de octubre, reguladora de la jurisdicción social] (wet 36/2011 van 10 oktober 2011 betreffende de rechtspleging in arbeids- en socialezekerheidszaken) — in samenhang met de voorwaarden van artikel 5 van richtlijn 92/85 — in Spaans recht omgezet bij artikel 26 van Ley [31/1995, de 8 de noviembre,] de Prevención de Riesgos Laborales (wet 31/1995 van 8 november 1995 inzake de preventie van arbeidsrisico’s) — voor de vrijstelling van arbeid van een werkneemster tijdens de lactatie en, in voorkomend geval, voor de toekenning van de desbetreffende, krachtens artikel 11, eerste alinea, punt 1, van richtlijn 92/85, in de nationale rechtsorde voorziene uitkering? |
3) |
Kan artikel 19, lid 1, van richtlijn 2006/54 aldus worden uitgelegd dat — in een geding betreffende het bestaan van risico tijdens de lactatie, waardoor recht ontstaat op vrijstelling van arbeid als bedoeld in artikel 5 van richtlijn 92/85, in Spaans recht omgezet bij artikel 26 van de Ley 31/1995 — als feiten die directe of indirecte discriminatie van een werkneemster tijdens de lactatie kunnen doen vermoeden, kunnen worden aangemerkt: (1) het feit dat de werkneemster als veiligheidsagent in ploegendienst werkt en soms ’s nachts en alleen werkt; dat (2) zij patrouilleert en, in voorkomend geval, op noodgevallen (misdrijven, brand of andere incidenten) reageert, en dat bovendien (3) niet is aangetoond dat er op de werkplek een geschikte ruimte voor borstvoeding of, in voorkomend geval, afkolven bestaat? |
4) |
Kan in een geding betreffende het bestaan van risico tijdens de lactatie, waardoor recht ontstaat op vrijstelling van arbeid, in het kader waarvan feiten zijn bewezen „die directe of indirecte discriminatie kunnen doen vermoeden” in de zin van artikel 19, lid 1, van richtlijn 2006/54 juncto artikel 5 van richtlijn 92/85 — in Spaans recht omgezet bij artikel 26 van Ley 31/1995 — van een werkneemster tijdens de lactatie worden geëist dat zij om te worden vrijgesteld van arbeid volgens de nationale wettelijke regeling tot omzetting van artikel 5, leden 2 en 3, van richtlijn 92/85, bewijst dat aanpassing van de arbeidsomstandigheden en/of werktijden technisch en/of objectief niet mogelijk is of redelijkerwijs niet kan worden verlangd en overplaatsing technisch en/of objectief niet mogelijk is of redelijkerwijs niet kan worden verlangd, of moet dit bewijs daarentegen door verweersters (haar werkgever en de entiteit die de socialezekerheidsuitkering tijdens de schorsing van de arbeidsovereenkomst verstrekt) worden geleverd? |
(1) Richtlijn 92/85/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 inzake de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid op het werk van werkneemsters tijdens de zwangerschap, na de bevalling en tijdens de lactatie (tiende bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van richtlijn 89/391/EEG) (PB 1992, L 348, blz. 1).
(2) Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep (herschikking) (PB 2006, L 204, blz. 23).