5.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 399/13


Beschikking van het Hof (Eerste Kamer) van 12 september 2018 — NF (C-208/17 P), NG (C-209/17 P), NM (C-210/17 P)/Europese Raad

(Gevoegde zaken C-208/17 P tot en met C-210/17 P) (1)

((Hogere voorziening - Artikel 181 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Verklaring EU-Turkije van de Europese Raad van 18 maart 2016 - Vordering tot nietigverklaring))

(2018/C 399/16)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwiranten: NF (C-208/17 P), NG (C-209/17 P), NM (C-210/17 P) (vertegenwoordigers: P. O'Shea, BL, I. Whelan, BL, B. Burns, solicitor)

Andere partij in de procedure: Europese Raad (vertegenwoordigers: S. Boelaert, M. Chavrier en J.-P. Hix, gemachtigden)

Interveniënte aan de zijde van de verwerende partij: Helleense Republiek (vertegenwoordigers: M. Michelogiannaki en G. Karipsiadis, gemachtigden)

Dictum

1.

De hogere voorzieningen worden kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

2.

NF, NG en NM worden verwezen in de kosten.


(1)  PB C 231 van 17.7.2017