21.1.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 25/9


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 21 november 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Tribunal de commerce de Liège — België) — Zako SPRL / Sanidel SA

(Zaak C-452/17) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Zelfstandige handelsagenten - Richtlijn 86/653/EEG - Artikel 1, lid 2 - Begrip ‚zelfstandige handelsagent’ - Zelfstandige tussenpersoon die zijn activiteit uitoefent vanuit de onderneming van de principaal - Vervulling van andere taken dan die welke verband houden met het tot stand brengen van de verkoop of de aankoop van goederen voor de principaal))

(2019/C 25/10)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Tribunal de commerce de Liège

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Zako SPRL

Verwerende partij: Sanidel SA

Dictum

1)

Artikel 1, lid 2, van richtlijn 86/653/EEG van de Raad van 18 december 1986 inzake de coördinatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake zelfstandige handelsagenten moet in die zin worden uitgelegd dat de omstandigheid dat een persoon die permanent is belast met hetzij het tot stand brengen van de verkoop of de aankoop van goederen voor een ander hetzij het tot stand brengen en sluiten van deze transacties in naam en voor rekening van die ander, zijn activiteit vanuit het bedrijf van laatstgenoemde uitoefent, niet eraan in de weg staat dat eerstgenoemde persoon als „handelsagent” in de zin van deze bepaling kan worden aangemerkt, mits deze omstandigheid deze persoon niet belet zijn activiteit zelfstandig uit oefenen, hetgeen de verwijzende rechterlijke instantie dient na te gaan.

2)

Artikel 1, lid 2, van richtlijn 86/653 moet in die zin worden uitgelegd dat de omstandigheid dat een persoon niet alleen activiteiten verricht die bestaan in hetzij het tot stand brengen van de verkoop of de aankoop van goederen voor een ander hetzij het tot stand brengen en sluiten van deze transacties in naam en voor rekening van die ander, maar voor die ander ook activiteiten van andere aard verricht die niet ondergeschikt zijn aan eerstgenoemde activiteiten, niet eraan in de weg staat dat eerstgenoemde persoon als „handelsagent” in de zin van deze richtlijn kan worden aangemerkt, voor zover deze omstandigheid eerstgenoemde persoon niet belet eerstgenoemde activiteiten zelfstandig te verrichten, hetgeen de verwijzende rechterlijke instantie dient na te gaan.


(1)  PB C 347 van 16.10.2017.