Zaak C-421/17: Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 13 juni 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny — Polen) — Szef Krajowej Administracji Skarbowej / Polfarmex Spółka Akcyjna w Kutnie [Prejudiciële verwijzing — Belastingen — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Artikel 2, lid 1, onder a) — Werkingssfeer — Belastbare handelingen — Levering van goederen onder bezwarende titel — Overdracht, door een naamloze vennootschap, van een onroerend goed aan een aandeelhouder als tegenprestatie voor de inkoop van haar aandelen]
Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 13 juni 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Naczelny Sąd Administracyjny — Polen) — Szef Krajowej Administracji Skarbowej / Polfarmex Spółka Akcyjna w Kutnie
(Zaak C-421/17) ( 1 )
„[Prejudiciële verwijzing — Belastingen — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Artikel 2, lid 1, onder a) — Werkingssfeer — Belastbare handelingen — Levering van goederen onder bezwarende titel — Overdracht, door een naamloze vennootschap, van een onroerend goed aan een aandeelhouder als tegenprestatie voor de inkoop van haar aandelen]”
2018/C 276/10Procestaal: PoolsVerwijzende rechter
Naczelny Sąd Administracyjny
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Szef Krajowej Administracji Skarbowej
Verwerende partij: Polfarmex Spółka Akcyjna w Kutnie
Dictum
Artikel 2, lid 1, onder a), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moet aldus worden uitgelegd dat de overdracht, door een naamloze vennootschap aan een van haar aandeelhouders, van de eigendom van onroerende goederen die zoals in het hoofdgeding wordt verricht als tegenprestatie voor de inkoop, door deze naamloze vennootschap, in het kader van een in de nationale wetgeving voorziene regeling voor intrekking van aandelen, van de aandelen die deze aandeelhouder in haar vennootschapskapitaal aanhoudt, een aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen goederenlevering onder bezwarende titel vormt, voor zover deze onroerende goederen bestemd zijn voor de economische activiteit van diezelfde naamloze vennootschap.
( 1 ) PB C 357 van 23.10.2017.