201805250111897492018/C 200/191102017CJC20020180611NL01NLINFO_JUDICIAL20180412151511

Zaak C-110/17: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 april 2018 — Europese Commissie / Koninkrijk België [Niet-nakoming — Vrij verkeer van kapitaal — Artikel 63 VWEU — Artikel 40 van de EER-Overeenkomst — Inkomstenbelasting van Belgische ingezetenen — Bepaling van onroerende inkomsten — Toepassing van twee verschillende berekeningsmethoden naargelang de ligging van het onroerend goed — Berekening op basis van de kadastrale waarde voor in België gelegen onroerende goederen — Berekening op basis van de reële huurwaarde voor in een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte (EER) gelegen onroerende goederen — Verschil in behandeling — Beperking van het vrije kapitaalverkeer]


C2002018NL1510120180412NL0019151151

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 12 april 2018 — Europese Commissie / Koninkrijk België

(Zaak C-110/17) ( 1 )

„[Niet-nakoming — Vrij verkeer van kapitaal — Artikel 63 VWEU — Artikel 40 van de EER-Overeenkomst — Inkomstenbelasting van Belgische ingezetenen — Bepaling van onroerende inkomsten — Toepassing van twee verschillende berekeningsmethoden naargelang de ligging van het onroerend goed — Berekening op basis van de kadastrale waarde voor in België gelegen onroerende goederen — Berekening op basis van de reële huurwaarde voor in een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte (EER) gelegen onroerende goederen — Verschil in behandeling — Beperking van het vrije kapitaalverkeer]”

2018/C 200/19Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: W. Roels en N. Gossement, gemachtigden)

Verwerende partij: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: P. Cottin, M. Jacobs en L. Cornelis, gemachtigden)

Dictum

1)

Het Koninkrijk België is zijn verplichtingen krachtens artikel 63 VWEU en artikel 40 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 niet nagekomen, doordat het bepalingen heeft gehandhaafd volgens welke, voor de raming van de inkomsten betreffende onroerende goederen die niet worden verhuurd, dan wel worden verhuurd aan ofwel natuurlijke personen die de betrokken goederen niet voor hun beroep gebruiken, ofwel rechtspersonen die deze goederen ter beschikking stellen van natuurlijke personen voor particuliere doeleinden, de belastbare grondslag wordt berekend op basis van de kadastrale waarde voor de onroerende goederen die op het nationale grondgebied zijn gelegen, en op basis van de reële huurwaarde voor die welke in het buitenland zijn gelegen.

2)

Het Koninkrijk België wordt verwezen in de kosten.


( 1 ) PB C 121 van 18.4.2017.