Beschikking van het Gerecht (Achtste kamer) van 24 april 2017 –
Dreimane/Commissie

(Zaak T‑618/16)

„Beroep tot nietigverklaring en tot schadevergoeding – Openbare dienst – Ambtenaren – Pensioenen – Overdracht van nationale pensioenrechten – Berekening van de pensioenjaren – Artikel 90, lid 2, van het Statuut – Termijn – Kennelijke niet-ontvankelijkheid”

1.	Beroepen van ambtenaren–Voorafgaande administratieve klacht–Termijnen–Regels van openbare orde (Ambtenarenstatuut, art. 90) (zie punt 27)

2.	Beroepen van ambtenaren–Voorafgaande administratieve klacht–Datum van indiening–Ontvangst door de administratie (Ambtenarenstatuut, art. 90, lid 2) (zie punt 28)

Beroepen van ambtenaren–Bezwarende handeling–Begrip–Besluit tot toekenning van pensioenjaren genomen na de overdracht van het kapitaal dat de pensioenrechten vertegenwoordigt die vóór de indiensttreding bij de Unie zijn verworven–Daaronder begrepen

(Ambtenarenstatuut, art. 90, lid 2)

(zie punten 31, 32)

4.	Ambtenaren–Bezwarend besluit–Motiveringsplicht–Omvang (Ambtenarenstatuut, art. 25, tweede alinea) (zie punt 36)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 270 VWEU, strekkende tot ten eerste nietigverklaring van het besluit van de Commissie tot vaststelling van de extra pensioenjaren die in aanmerking moeten worden genomen in de pensioenregeling van de instellingen van de Europese Unie na een verzoek om overdracht van de pensioenrechten die verzoekster vóór haar indiensttreding bij de Unie heeft verworven, en ten tweede vergoeding van de schade die zij zou hebben geleden door de niet-inachtneming, door de Commissie, van een redelijke termijn bij de behandeling van dit verzoek om overdracht

Dictum

1)	Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)	Er behoeft geen uitspraak te worden gedaan over het verzoek tot interventie van de Raad van de Europese Unie.

3)	Sandra Dreimane draagt haar eigen kosten en de kosten die de Europese Commissie heft gemaakt.