5.12.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 454/28 |
Hogere voorziening ingesteld op 29 september 2016 door het Europees Parlement tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 19 juli 2016 in zaak F-147/15, Meyrl/Parlement
(Zaak T-699/16 P)
(2016/C 454/49)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: V. Montebello-Demogeot en M. Dean, gemachtigden)
Andere partij in de procedure: Sonja Meyrl (Brussel, België)
Conclusies
De rekwirerende partij verzoek het Gerecht:
— |
het bestreden arrest te vernietigen; |
— |
dientengevolge, het beroep in eerste aanleg te verwerpen; |
— |
te oordelen dat elke partij de eigen kosten van deze procedure zal dragen; |
— |
Meyrl te verwijzen in de kosten van de procedure in eerste aanleg. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij drie middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting, verkeerde opvatting van de feiten en een ontoereikende motivering, daar het Gerecht voor ambtenarenzaken (GVA) in punt 25 van het bestreden arrest heeft geoordeeld dat de mogelijkheid om de andere partij in de procedure tewerk te stellen in een ander ambt, haar ontslag had kunnen verhinderen. |
2. |
Tweede middel, ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting, verkeerde opvatting van de feiten en een ontoereikende motivering bij de vaststelling waartoe het GVA in de punten 23 en 30 van het bestreden arrest is gekomen, namelijk dat de relationele problemen een extra reden waren voor het ontslag van de andere partij in de procedure. |
3. |
Derde middel, ontleend aan een kennelijk onjuiste beoordeling volgende uit de vaststelling van het GVA dat indien de andere partij in de procedure eveneens over de relationele problemen was gehoord, dit daadwerkelijk van invloed had kunnen zijn op het besluitvormingsproces dat tot het betwiste besluit heeft geleid, namelijk het ontslag van laatstgenoemde. |