26.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 350/26


Beroep ingesteld op 9 augustus 2016 — Vasco Group en Astra Sweets/Commissie

(Zaak T-444/16)

(2016/C 350/32)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Vasco Group (Dilsen-Stokkem, België) en Astra Sweets (Turnhout, België) (vertegenwoordiger: H. Gilliams, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het besluit van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN), door het Koninkrijk België ten uitvoer gelegd, nietig verklaren;

subsidiair, de artikelen 2 tot en met 4 van het besluit nietig verklaren;

de artikelen 2 tot en met 4 van dat besluit in ieder geval nietig verklaren voor zover bij deze artikelen a) terugvordering wordt vereist van andere entiteiten dan die welke een „overwinstruling”, zoals gedefinieerd in het besluit, hebben gekregen en b) terugvordering wordt vereist van een bedrag dat gelijk is aan het bedrag dat de begunstigde aan belasting heeft bespaard, zonder dat België in de gelegenheid wordt gesteld om rekening te houden met een reële bijstelling naar boven door een andere belastingdienst, en

de Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekende partijen vier middelen aan.

1.

Eerste middel: kennelijke beoordelingsfout, overschrijding van bevoegdheid en ontoereikende motivering, voor zover in het besluit van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN), door het Koninkrijk België ten uitvoer gelegd, wordt vastgesteld dat sprake is van een steunregeling.

2.

Tweede middel: schending van artikel 107 VWEU en van de motiveringsplicht, alsmede een kennelijke beoordelingsfout, voor zover het bestreden besluit de vermeende steunregeling als een selectieve maatregel kwalificeert.

3.

Derde middel: schending van artikel 107 VWEU en een kennelijke beoordelingsfout, voor zover het bestreden besluit vaststelt dat de vermeende steunregeling een voordeel tot gevolg heeft.

Vierde middel: schending van artikel 107 VWEU, schending van het gewettigd vertrouwen, kennelijke beoordelingsfout, overschrijding van bevoegdheid en ontoereikende motivering, voor zover België bij het bestreden besluit wordt gelast de steun terug te vorderen.