17.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 383/14


Beroep ingesteld op 18 juli 2016 — Basicmed Enterprises e.a./Raad e.a.

(Zaak T-379/16)

(2016/C 383/20)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: Basicmed Enterprises Ltd (Limassol, Cyprus) en 19 anderen (vertegenwoordigers: P. Tridimas, Barrister, K. Kakoulli, P. Panayides en C. Pericleous, advocaten)

Verwerende partijen: Raad van de Europese Unie, Europese Commissie, Europese Centrale Bank, Eurogroep, Europese Unie

Conclusies

Primair:

de verwerende partijen veroordelen tot betaling aan de verzoekende partijen van de bedragen vermeld in de bijlage bij het verzoekschrift, vermeerderd met de rente vanaf 16 maart 2013 tot aan het arrest van het Gerecht; en

de verwerende partijen verwijzen in de kosten.

Subsidiair:

de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Europese Unie en/of de verwerende instellingen vaststellen;

de te volgen procedure vaststellen teneinde de vergoedbare schade te bepalen die de verzoekende partijen werkelijk hebben geleden; en

de verwerende partijen verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoeksters vorderen krachtens de artikelen 268, 340, lid 2, en 340, lid 3, VWEU, betreffende de niet-contractuele aansprakelijkheid van de EU en de ECB, vergoeding van de schade die is veroorzaakt door de vermindering van verzoeksters’ deposito’s ten gevolge van de bail in-regeling die verwerende partijen voor de Republiek Cyprus hebben vastgesteld.

Verzoeksters voeren aan dat de bail in-maatregelen die door de Republiek Cyprus zijn vastgesteld, enkel zijn ingevoerd teneinde maatregelen uit te voeren die de verwerende partijen hebben vastgesteld, en dat zij ook door de verwerende instellingen zijn goedgekeurd. Verzoeksters voeren aan dat de bail in-regeling een ernstige schending is en voeren ter ondersteuning van hun beroep vier rechtsmiddelen aan.

1.

Eerste middel: schending van het eigendomsrecht, zoals beschermd krachtens artikel 17, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

2.

Tweede middel: schending van het evenredigheidsbeginsel.

3.

Derde middel: schending van het beginsel van bescherming van het gewettigd vertrouwen.

4.

Vierde middel: schending van het non-discriminatiebeginsel.