Zaak T‑575/16

David Martinez De Prins e.a.

tegen

Europese Dienst voor extern optreden

„Openbare dienst – Ambtenaren – Personeelsleden – Beloning – In een derde land tewerkgesteld personeel van EDEO – Artikel 10 van bijlage X bij het Ambtenarenstatuut – Jaarlijkse evaluatie van de toelage wegens bijzondere levensomstandigheden – Besluit om die toelage voor Ghana te verminderen van 25 naar 20 % – Exceptie van onwettigheid”

Samenvatting – Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer) van 14 december 2017

  1. Exceptie van onwettigheid – Draagwijdte – Handelingen ten aanzien waarvan de exceptie van onwettigheid mogelijk is – Handeling van algemene strekking waarop het bestreden besluit is gebaseerd – Noodzaak van een juridisch verband tussen de bestreden handeling en de betwiste algemene handeling

    (Art. 277 VWEU)

  2. Beroepen van ambtenaren – Bezwarende handeling – Begrip – Salaris- of pensioenafrekening waaruit een louter financieel besluit blijkt – Daaronder begrepen – Salaris- of pensioenafrekening die eerdere administratieve besluiten louter bevestigt – Daarvan uitgesloten

    (Ambtenarenstatuut, art. 90, lid 2, en 91, lid 1)

  3. Ambtenaren – Beloning – Financiële regeling voor in een derde land tewerkgestelde ambtenaren – Toelage wegens bijzondere levensomstandigheden – Voorwaarden voor toekenning – Verplichting voor de instellingen om de procedure voor de vaststelling van de toelage wegens bijzondere levensomstandigheden te eerbiedigen – Schending – Gevolgen

    (Ambtenarenstatuut, bijlage X, art. 10)

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punt 26)

  2.  Het bestaan van een bezwarend besluit in de zin van artikel 90, lid 2, en artikel 91, lid 1, van het Statuut, is een noodzakelijke voorwaarde voor de ontvankelijkheid van beroepen van ambtenaren of gepensioneerden tegen de instelling waartoe zij behoren. Als handelingen die vatbaar zijn voor een beroep tot nietigverklaring dat moet worden voorafgegaan door een klacht, zijn te beschouwen, maatregelen die bindende rechtsgevolgen in het leven roepen welke de belangen van de verzoeker rechtstreeks en onmiddellijk kunnen aantasten doordat zij diens rechtspositie aanmerkelijk wijzigen.

    Salaris- of pensioenafrekeningen kunnen bezwarende besluiten vormen en als zodanig het voorwerp vormen van klachten en eventueel van beroepen. Dit is zo wanneer een louter financieel besluit wegens zijn aard kan worden weerspiegeld in die salaris- of pensioenafrekening. In dat geval heeft de toezending van de maandelijkse salaris‑ of pensioenafrekening tot gevolg dat de klacht‑ en beroepstermijn tegen een administratief besluit gaan lopen, wanneer uit die afrekening duidelijk en voor het eerst het bestaan en de strekking van dat besluit blijken. Dit is met name het geval wanneer de rechten die, bijvoorbeeld na de wijziging van een handeling van algemene strekking, zijn aangetast, hoofdzakelijk of louter financieel van aard zijn. In een dergelijk geval kan de stopzetting van een betaling of de vermindering van het bedrag ervan, die blijkt uit de salaris- of de pensioenafrekening na die wijziging, immers alleen het gevolg zijn van het besluit van de bevoegde dienst om de betrokken handeling van algemene strekking toe te passen op de betrokken ambtenaar of gepensioneerde.

    Een salaris- of pensioenrekening heeft qua aard en doel echter niet de kenmerken van een bezwarend besluit wanneer zij slechts de financiële weergave vormt van de strekking van eerdere juridische besluiten betreffende de administratieve situatie van de ambtenaar of gepensioneerde of, met andere woorden, wanneer zij een loutere bevestiging van die eerdere administratieve besluiten vormt. Meer bepaald, indien de salarisafrekening waaruit duidelijk en voor het eerst een louter financieel besluit blijkt, een voor beroep vatbaar besluit vormt, vormen de latere salarisafrekeningen louter bevestigende handelingen van dat besluit en kan daartegen geen beroep tot nietigverklaring worden ingesteld.

    (zie punten 30‑35)

  3.  Wil een procedurefout kunnen leiden tot de nietigverklaring van salarisafrekeningen, voor zover daarbij toepassing wordt gegeven aan het nieuwe percentage van de in artikel 10 van bijlage X bij het Statuut bedoelde toelage wegens bijzondere levensomstandigheden (TBL), zoals vastgesteld bij het bestreden besluit, dan moet ook nog worden aangetoond dat het besluit zonder die onregelmatigheid een andere inhoud had kunnen hebben, en dat die salarisafrekeningen zelf dus toepassing hadden kunnen geven aan een ander percentage van de TBL. Een dergelijke procedurefout kan dus enkel leiden tot nietigverklaring van het bestreden besluit wanneer vaststaat dat deze fout de inhoud van het besluit kon beïnvloeden.

    (zie punten 56, 57)