5.2.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 42/26 |
Beschikking van het Gerecht van 27 november 2017 — Schwenk Zement / Commissie
(Zaak T-907/16) (1)
([„Beroep tot nietigverklaring - Mededinging - Concentraties - Markt voor grijs cement in Kroatië - Besluit tot opening van het stadium van grondig onderzoek krachtens artikel 6, lid 1, onder c), van verordening (EG) nr. 139/2004 - Niet voor beroep vatbare handeling - Voorbereidende handeling - Niet-ontvankelijkheid”])
(2018/C 042/38)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Schwenk Zement KG (Ulm, Duitsland) (vertegenwoordigers: U. Soltész, M. Raible en G. Wecker, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Dawes, H. Leupold en T. Vecchi, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van besluit C(2016) 6591 final van de Commissie van 10 oktober 2016 tot opening van het stadium van grondig onderzoek krachtens artikel 6, lid 1, onder c) van verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad, teneinde de verenigbaarheid met de interne markt na te gaan van de verwerving van de zeggenschap over Cemex Hungária Épitöanyagok Kft. en Cemex Hrvatska d.d. door HeidelbergCement AG en Schwenk Zement via Duna-Dráva Cement Kft.
Dictum
1) |
Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. |
2) |
Schwenk Zement KG zal haar eigen kosten dragen alsmede de kosten van de Europese Commissie. |