28.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 283/39 |
Arrest van het Gerecht van 20 juli 2017 — Barnett en Mogensen/Commissie
(Zaak T-148/16 P) (1)
((„Hogere voorziening - Incidentele hogere voorziening - Openbare dienst - Ambtenaren - Pensioenen - Aanpassing van de aanpassingscoëfficiënten - Tussentijdse actualisering - Bezwarend besluit - Ontvankelijkheid van de incidentele hogere voorziening - Artikel 65, lid 4, van Statuut - Actualisering voor 2014 - Drempelwaarde voor de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud”))
(2017/C 283/58)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwiranten: Adrian Barnett (Roskilde, Denemarken) en Sven-Ole Mogensen (Hellerup, Denemarken) (vertegenwoordigers: S. Orlandi en T. Martin, advocaten)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Gattinara en F. Simonetti, gemachtigden)
Voorwerp
Hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Derde kamer) van 5 februari 2016, Barnett en Mogensen/Commissie (F-56/15, EU:F:2016:11), en strekkende tot vernietiging van dat arrest
Dictum
1) |
De hogere voorziening en de incidentele hogere voorziening worden afgewezen. |
2) |
Adrian Barnett en Sven-Ole Mogensen zullen hun eigen kosten dragen en de kosten die de Europese Commissie in verband met de hogere voorziening heeft gemaakt. |
3) |
De Commissie zal haar eigen kosten dragen en de kosten die Adrian Barnett en Sven-Ole Mogensen in verband met de incidentele hogere voorziening hebben gemaakt. |