8.4.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 131/39


Arrest van het Gerecht van 14 februari 2019 — België en Magnetrol International/Commissie

(Zaken T-131/16 en T-263/16) (1)

(„Staatssteun - Steunregeling die door België ten uitvoer is gelegd - Besluit waarbij de steunregeling onverenigbaar met de interne markt en onrechtmatig wordt verklaard en de terugvordering van de reeds betaalde steun wordt gelast - Voorafgaande beslissing in fiscale zaken (tax ruling) - Vrijstelling van overwinst - Fiscale autonomie van de lidstaten - Begrip steunregeling - Verdere uitvoeringsmaatregelen”)

(2019/C 131/43)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij in zaak T-131/16: Koninkrijk België (vertegenwoordigers: aanvankelijk C. Pochet, M. Jacobs en J.-C. Halleux, vervolgens C. Pochet en J.-C. Halleux, gemachtigden, bijgestaan door M. Segura Catalán en M. Clayton, advocaten)

Verzoekende partij in zaak T-263/16: Magnetrol International (Zele, België) (vertegenwoordigers: H. Gilliams en J. Bocken, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk P. J. Loewenthal en B. Stromsky, vervolgens P. J. Loewenthal en F. Tomat, gemachtigden)

Interveniërende partij in zaak T-131/16: Ierland (vertegenwoordigers: aanvankelijk E. Creedon, G. Hodge en A. Joyce, vervolgens K. Duggan, M. Browne en M. Joyce, en ten slotte M. Joyce en J. Quaney, gemachtigden, bijgestaan door P. Gallagher, M. Collins, SC, B. Doherty en S. Kingston, barristers)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van besluit (EU) 2016/1699 van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN) door België ten uitvoer gelegd (PB 2016, L 260, blz. 61)

Dictum

1)

De zaken T-131/16 en T-263/16 worden gevoegd voor het onderhavige arrest.

2)

Besluit (EU) 2016/1699 van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN) door België ten uitvoer gelegd, wordt nietig verklaard.

3)

De Europese Commissie draagt, naast haar eigen kosten, de kosten die zijn opgekomen voor het Koninkrijk België, daaronder begrepen de kosten van de procedure in kort geding, en voor Magnetrol International.

4)

Ierland draagt zijn eigen kosten.


(1)  PB C 191 van 30.5.2016.