6.2.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 38/7 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam (Nederland) op 31 oktober 2016 — A, S tegen Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
(Zaak C-550/16)
(2017/C 038/10)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekers: A, S
Verweerder: Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Prejudiciële vraag
Dient bij gezinshereniging van vluchtelingen onder „alleenstaande minderjarige” in de zin van artikel 2, aanhef en onder f, van richtlijn 2003/86/EG (1) mede te worden begrepen een onderdaan van een derde land of een staatloze jonger dan 18 jaar, die zonder begeleiding van een krachtens de wet of het gewoonterecht verantwoordelijke volwassene op het grondgebied van een lidstaat aankomt en die:
— |
asiel aanvraagt, |
— |
gedurende de asielprocedure op het grondgebied van de lidstaat 18 jaar wordt, |
— |
asiel toegewezen krijgt met terugwerkende kracht tot de aanvraagdatum, en |
— |
vervolgens gezinshereniging aanvraagt? |
(1) Richtlijn van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PB 2003, L 251, blz. 12).