31.10.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 402/16


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 14 juli 2016 — Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne/Aldi Einkauf GmbH & Co. OHG Süd

(Zaak C-393/16)

(2016/C 402/18)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne

Verwerende partij: Aldi Einkauf GmbH & Co. OHG Süd

Interveniërende partij: Galana N.V.

Prejudiciële vragen

1)

Moeten artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder a), ii), van verordening (EG) nr. 1234/2007 (1) en artikel 103, lid 2, onder a), ii), van verordening (EU) nr. 1308/2013 (2) aldus worden uitgelegd dat zij ook van toepassing zijn wanneer de beschermde oorsprongsbenaming wordt gebruikt als deel van een benaming voor een levensmiddel dat niet in overeenstemming is met het productdossier, maar waaraan een ingrediënt is toegevoegd dat in overeenstemming is met het productdossier?

2)

Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

Moeten artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder a), ii), van verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 103, lid 2, onder a), ii), van verordening (EU) nr. 1308/2013 aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming als deel van een benaming voor een levensmiddel dat niet in overeenstemming is met het productdossier, maar waaraan een ingrediënt is toegevoegd dat in overeenstemming is met het productdossier, neerkomt op het uitbuiten van de reputatie van de oorsprongsbenaming wanneer de benaming van het levensmiddel overeenkomt met de bij het relevante publiek gebruikelijke benaming en het ingrediënt in voldoende hoeveelheid werd toegevoegd teneinde het product een essentieel kenmerk te verlenen?

3)

Moeten artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder b), van verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 103, lid 2, onder b), van verordening (EU) nr. 1308/2013 aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming onder de in de tweede prejudiciële vraag beschreven omstandigheden misbruik, nabootsing of voorstelling oplevert?

4)

Moeten artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder c), van verordening (EG) nr. 1234/2007 en artikel 103, lid 2, onder c), van verordening (EU) nr. 1308/2013 aldus worden uitgelegd dat zij alleen van toepassing zijn op onjuiste of misleidende aanduidingen die bij het relevante publiek aanleiding kunnen geven tot misverstanden over de geografische herkomst van een product?


(1)  Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (PB L 299, blz. 1).

(2)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 (PB L 347, blz. 671).