Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 15 maart 2018 –
Commissie/Tsjechische Republiek

(Zaak C‑575/16) ( 1 )

„Niet-nakoming – Artikel 49 VWEU – Vrijheid van vestiging – Notarissen – Nationaliteitsvereiste – Artikel 51 VWEU – Deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag”

1. 

Vrijheid van vestiging–Afwijkingen–Werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag–Begrip–Werkzaamheden die een rechtstreekse en specifieke deelneming aan de uitoefening van het openbaar gezag vormen

(Art. 51, eerste alinea, VWEU)

(zie punten 99‑102)

2. 

Beroep wegens niet-nakoming–Onderzoek van de gegrondheid door het Hof–Erkenning van de niet-nakoming door de betrokken lidstaat–Geen invloed

(Art. 258 VWEU)

(zie punt 105)

3. 

Vrijheid van vestiging–Afwijkingen–Werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag–Werkzaamheden van de notaris–Daarvan uitgesloten–Nationaliteitsvereiste voor de toegang tot het beroep van notaris–Ontoelaatbaarheid

(Art. 49 VWEU en 51, eerste alinea, VWEU)

(zie punten 107, 108, 111, 113‑116, 126, 128, 130, 133, dictum 1)

Dictum

1) 

Door voor de toegang tot het beroep van notaris een nationaliteitsvereiste te stellen, is de Tsjechische Republiek de krachtens artikel 49 VWEU op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2) 

De Tsjechische Republiek wordt verwezen in de kosten.


( 1 ) PB C 22 van 23.1.2017.