Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 27 april 2017 –
Commissie/Griekenland

(Zaak C‑202/16) ( 1 )

„Niet-nakoming – Milieu – Beheer van afvalstoffen – Richtlijnen 2008/98/EG en 1999/31/EG – Afvalstortplaats te Temploni (Griekenland)”

1. 

Beroep wegens niet-nakoming – Onderzoek van de gegrondheid door het Hof – Situatie die in aanmerking moet worden genomen – Situatie bij het verstrijken van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn

(Art. 258 VWEU)

(zie punt 37)

2. 

Beroep wegens niet-nakoming – Bewijs van de niet-nakoming – Bewijslast rustend op de Commissie – Elementen die de niet-nakoming aantonen – Weerlegging taak van de betrokken lidstaat

(Art. 258 VWEU)

(zie punt 38)

3. 

Milieu – Afvalstoffen – Storten van afvalstoffen – Richtlijn 1999/31 – Verplichting om de stabiliteit van de afvalmassa te waarborgen – Omvang – Overschrijding van de in het nationale recht bepaalde maximumhoogte – Niet-nakoming – Niet-nakoming van de verplichting dat de stortplaats moet voldoen aan de eisen van de richtlijn, en niet-inachtneming van de procedure voor aanvaarding van afvalstoffen op de stortplaats

[Richtlijn 1999/31 van de Raad, art. 8, a), en 11, lid 1, en bijlage I, punt 6]

(zie punten 42‑44)

4. 

Milieu – Afvalstoffen – Richtlijn 2008/98 – Verplichting van de lidstaten om te zorgen voor de nuttige toepassing of de verwijdering van de afvalstoffen – Resultaatsverplichting – Beoordelingsmarge van de lidstaten ter zake van de te treffen maatregelen – Grenzen – Voortduren van een niet-conforme situatie gedurende een langere tijd met als gevolg een significante verslechtering van het milieu – Niet-nakoming

(Richtlijn 2008/98 van het Europees Parlement en de Raad, art. 13)

(zie punten 47‑49)

5. 

Lidstaten – Verplichtingen – Uitvoering van de richtlijnen – Niet-nakoming – Rechtvaardiging op basis van de interne orde – Ontoelaatbaarheid

(Art. 258 VWEU)

(zie punt 52)

Dictum

1)

Door te gedogen dat de afvalstortplaats te Temploni (Griekenland) wordt geëxploiteerd zonder dat aan de in de milieuwetgeving van de Europese Unie vastgestelde voorwaarden en vereisten wordt voldaan, is de Helleense Republiek de verplichtingen niet nagekomen die op haar rusten krachtens artikel 13 van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen, alsook krachtens artikel 8, onder a), artikel 11, lid 1, van en bijlage I bij richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen.

2)

De Helleense Republiek wordt verwezen in de kosten.


( 1 ) PB C 200 van 6.6.2016.