Zaak C‑178/16

Impresa di Costruzioni Ing. E. Mantovani SpA
en
Guerrato SpA

tegen

Provincia autonoma di Bolzano e.a.

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Consiglio di Stato)

„Prejudiciële verwijzing – Overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken – Richtlijn 2004/18/EG – Artikel 45, leden 2 en 3 – Voorwaarden voor uitsluiting van deelneming aan de overheidsopdracht – Verklaring inzake het ontbreken van onherroepelijke vonnissen houdende veroordeling van de voormalige bestuurders van de inschrijvende vennootschap – Strafbaar gedrag van een voormalige bestuurder – Strafrechtelijke veroordeling – Volledige en daadwerkelijke distantiëring tussen de inschrijvende onderneming en die bestuurder – Bewijs – Beoordeling door de aanbestedende dienst van de eisen betreffende die verplichting”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 20 december 2017

  1. Harmonisatie van de wetgevingen–Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten–Richtlijn 2004/18–Gunning van de opdrachten–Gronden voor uitsluiting van deelneming aan een opdracht–Beoordelingsbevoegdheid van de lidstaten–Mogelijkheid voor de lidstaten om de voorwaarden voor toepassing van de facultatieve uitsluitingsgronden te verlichten

    (Richtlijn 2004/18 van het Europees Parlement en de Raad, art. 45, lid 2)

  2. Harmonisatie van de wetgevingen–Procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten–Richtlijn 2004/18–Gunning van de opdrachten–Gronden voor uitsluiting van deelneming aan een opdracht–Mogelijkheid, naar nationaal recht, voor de aanbestedende diensten om de strafrechtelijke veroordeling van de bestuurder van een inschrijvende vennootschap in aanmerking te nemen–Uitsluiting van een inschrijver die heeft nagelaten een nog niet onherroepelijke veroordeling te melden en zich niet van de gedragingen van de betrokken bestuurder heeft gedistantieerd–Toelaatbaarheid

    [Richtlijn 2004/18 van het Europees Parlement en de Raad, art. 45, lid 2, eerste alinea, c), d) en g)]

  1.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punten 31, 32, 41)

  2.  Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 45, lid 2, eerste alinea, onder c), d) en g), van die richtlijn, alsook de beginselen van gelijke behandeling en evenredigheid moeten aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staan aan nationale voorschriften op grond waarvan de aanbestedende dienst:

    volgens de door hem vastgestelde voorwaarden een strafrechtelijke veroordeling – ook indien die veroordeling nog niet onherroepelijk is geworden – van de bestuurder van een inschrijvende onderneming voor een strafbaar feit dat indruist tegen de beroepsgedragsregels van die onderneming, in de beschouwing kan betrekken, wanneer die bestuurder zijn functies heeft neergelegd in het jaar voorafgaand aan de aankondiging van de overheidsopdracht, en

    die onderneming van deelneming aan de betrokken aanbestedingsprocedure kan uitsluiten op grond dat zij, door na te laten die nog niet onherroepelijke veroordeling te melden, zich niet volledig en daadwerkelijk van de gedragingen van die bestuurder heeft gedistantieerd.

    (zie punt 55 en dictum)