Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 4 mei 2017 –
Comercializadora Eloro/EUIPO

(Zaak C‑71/16 P) ( 1 )

„Hogere voorziening – Uniemerk – Aanvraag tot inschrijving van een beeldmerk dat het woordelement ‚ZUMEX’ bevat – Oppositie door de houder van het woordmerk JUMEX – Verordening (EG) nr. 207/2009 – Artikel 15, lid 1, tweede alinea, onder b), en artikel 42, lid 2 – Bewijs van het gebruik – Gebruik in de Europese Unie – Artikel 76, lid 2 – Extra bewijsstukken van het gebruik die te laat voor de kamer van beroep zijn overgelegd – Beoordelingsbevoegdheid van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)”

1. 

Hogere voorziening – Middelen – Ontoereikende motivering – Impliciete motivering door het Gerecht – Toelaatbaarheid – Voorwaarden

(Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 36 en 53, eerste alinea)

(zie punten 41‑43)

2. 

Hogere voorziening – Middelen – Middel dat voor het eerst wordt aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid – Middel waarmee alleen de gegrondheid van het bestreden arrest wordt betwist – Middel dat zijn oorsprong vindt in het bestreden arrest zelf – Ontvankelijkheid

(Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58)

(zie punt 53)

3. 

Uniemerk – Beroepsprocedure – Beroep tegen een beslissing van de oppositieafdeling van het Bureau – Onderzoek door de kamer van beroep –Omvang – Feiten en bewijzen ter onderbouwing van de oppositie niet binnen de daartoe gestelde termijn aangedragen – Inaanmerkingneming – Beoordelingsbevoegdheid van de kamer van beroep – Geen andersluidende bepaling

(Verordening nr. 207/2009 van de Raad, art. 76, lid 2; verordening nr. 2868/95 van de Commissie, art. 1, regels 22, lid 2, en 50, lid 1)

(zie punten 55‑60, 65)

Dictum

1) 

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2) 

Comercializadora Eloro SA wordt verwezen in de kosten.


( 1 ) PB C 191 van 30.5.2016.