Zaak C-580/16: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 april 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof — Oostenrijk) — Firma Hans Bühler KG / Finanzamt Graz-Stadt [Prejudiciële verwijzing — Belastingen — Belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Plaats van de intracommunautaire verwerving — Artikel 42 — Intracommunautaire verwerving van goederen met het oog op een daaropvolgende levering — Artikel 141 — Vrijstelling — Driehoekstransactie — Vereenvoudigingsmaatregelen — Artikel 265 — Verbetering van de lijst]
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 19 april 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof — Oostenrijk) — Firma Hans Bühler KG / Finanzamt Graz-Stadt
(Zaak C-580/16) ( 1 )
„[Prejudiciële verwijzing — Belastingen — Belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Plaats van de intracommunautaire verwerving — Artikel 42 — Intracommunautaire verwerving van goederen met het oog op een daaropvolgende levering — Artikel 141 — Vrijstelling — Driehoekstransactie — Vereenvoudigingsmaatregelen — Artikel 265 — Verbetering van de lijst]”
2018/C 200/13Procestaal: DuitsVerwijzende rechter
Verwaltungsgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Firma Hans Bühler KG
Verwerende partij: Finanzamt Graz-Stadt
Dictum
1) |
Artikel 141, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13 juli 2010, moet aldus worden uitgelegd dat aan de daarin gestelde voorwaarde is voldaan wanneer de belastingplichtige in de lidstaat van waaruit de goederen worden verzonden of vervoerd, is gevestigd en voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) is geïdentificeerd, maar voor de betrokken intracommunautaire verwerving het btw-identificatienummer van een andere lidstaat gebruikt. |
2) |
De artikelen 42 en 265 van richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45, gelezen in samenhang met artikel 263 van richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat de belastingdienst van een lidstaat toepassing maakt van artikel 41, eerste alinea, van richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45, louter op grond dat voor een intracommunautaire verwerving die is verricht met het oog op een daaropvolgende levering binnen het grondgebied van een lidstaat, de in deze lidstaat voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) geïdentificeerde belastingplichtige de lijst bedoeld in richtlijn 2006/112, zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/45, niet tijdig heeft ingediend. |
( 1 ) PB C 78 van 13.3.2017.