11.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 300/6


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 20 juli 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof — Oostenrijk) — Landeskrankenanstalten-Betriebsgesellschaft — KABEG/Mutuelles du Mans assurances — MMA IARD SA

(Zaak C-340/16) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Verordening (EG) nr. 44/2001 - Artikel 9, lid 1 - Artikel 11, lid 2 - Rechterlijke bevoegdheid in verzekeringszaken - Rechtstreekse vordering van de getroffene tegen de verzekeraar - Vordering van de werkgever van de getroffene, een publiekrechtelijke instelling, die wettelijk gesubrogeerd is in de rechten van zijn werknemer jegens de verzekeraar van het betrokken voertuig - Subrogatie])

(2017/C 300/07)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberster Gerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Landeskrankenanstalten-Betriebsgesellschaft — KABEG

Verwerende partij: Mutuelles du Mans assurances — MMA IARD SA

Dictum

Artikel 9, lid 1, onder b), juncto artikel 11, lid 2, van verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat een in een eerste lidstaat gevestigde werkgever die het loon heeft doorbetaald van zijn wegens een verkeersongeval afwezige werknemer en die is gesubrogeerd in de rechten van die werknemer jegens de in een tweede lidstaat gevestigde maatschappij die de wettelijke aansprakelijkheid voor het bij dat ongeval betrokken voertuig dekt, als „getroffene” in de zin van deze laatste bepaling die verzekeringsmaatschappij kan oproepen voor de gerechten van de eerste lidstaat, wanneer een rechtstreekse vordering mogelijk is.


(1)  PB C 305 van 22.8.2016.