24.7.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 239/16 |
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 11 mei 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de rechtbank Noord-Nederland — Nederland) — Bas Jacob Adriaan Krijgsman/Surinaamse Luchtvaart Maatschappij NV
(Zaak C-302/16) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Luchtvervoer - Verordening (EG) nr. 261/2004 - Artikel 5, lid 1, onder c) - Compensatie en bijstand van de passagiers bij annulering van een vlucht - Vrijstelling van de verplichting tot compensatie - Vervoersovereenkomst die is gesloten via een onlinereisagent - Luchtvaartmaatschappij die het reisbureau tijdig op de hoogte heeft gesteld van een wijziging van het vluchtschema - Reisagent die deze informatie tien dagen voor de vlucht per e-mail aan de passagier heeft doorgegeven])
(2017/C 239/20)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Rechtbank Noord-Nederland
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Bas Jacob Adriaan Krijgsman
Verwerende partij: Surinaamse Luchtvaart Maatschappij NV
Dictum
Artikel 5, lid 1, onder c), en artikel 7 van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91, dienen aldus te worden uitgelegd dat de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, verplicht is de compensatie te betalen waarin bij die bepalingen is voorzien in het geval dat de vlucht wordt geannuleerd en de passagier hierover niet ten minste twee weken voor de geplande vertrektijd is geïnformeerd, ook wanneer de luchtvaartmaatschappij de reisagent via wie de vervoersovereenkomst met de betrokken passagier is aangegaan ten minste twee weken voor die tijd heeft geïnformeerd over die annulering, maar de reisagent de passagier daarover niet binnen deze termijn heeft geïnformeerd.