22.1.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 22/11


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 23 november 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Helsingin hallinto-oikeus — Finland) — procedure ingeleid door A Oy

(Zaak C-292/16) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Vrijheid van vestiging - Directe belastingen - Vennootschapsbelasting - Richtlijn 90/434/EEG - Artikel 10, lid 2 - Inbreng van activa - Niet-ingezeten vaste inrichting die in het kader van een inbreng van activa wordt overgedragen aan een eveneens niet-ingezeten ontvangende vennootschap - Recht van de lidstaat van de inbrengende vennootschap om belasting te heffen op de winsten of meerwaarden van die inrichting die bij de inbreng van activa tevoorschijn komen - Nationale wettelijke regeling die vanaf het jaar van de overdracht voorziet in onmiddellijke heffing van belasting op de winsten of meerwaarden - Invordering van de verschuldigde belasting als waren het inkomsten in het belastingjaar waarin de inbreng van activa heeft plaatsgevonden))

(2018/C 022/13)

Procestaal: Fins

Verwijzende rechter

Helsingin hallinto-oikeus

Partijen in het hoofdgeding

A Oy

Dictum

Artikel 49 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale wettelijke regeling als die in het hoofdgeding, die in geval van de overdracht door een ingezeten vennootschap van een niet-ingezeten vaste inrichting aan een eveneens niet-ingezeten vennootschap in het kader van een inbreng van activa voorziet in de onmiddellijke heffing van belasting op de meerwaarden die bij die rechtshandeling tevoorschijn zijn gekomen en de uitgestelde invordering van de verschuldigde belasting niet toestaat, terwijl dergelijke meerwaarden in een gelijkwaardige binnenlandse situatie pas worden belast bij de vervreemding van de ingebrachte activa, aangezien die wettelijke regeling de uitgestelde invordering van een dergelijke belasting niet toestaat.


(1)  PB C 270 van 25.7.2016.