Gevoegde zaken C-236/16 en C-237/16: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 26 april 2018 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo — Spanje) — Asociación Nacional de Grandes Empresas de Distribución (ANGED) / Diputación General de Aragón (Prejudiciële verwijzing — Regionale belasting op grote handelszaken — Vrijheid van vestiging — Bescherming van het milieu en ruimtelijke ordening — Staatssteun — Selectieve maatregel)
Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 26 april 2018 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Supremo — Spanje) — Asociación Nacional de Grandes Empresas de Distribución (ANGED) / Diputación General de Aragón
(Gevoegde zaken C-236/16 en C-237/16) ( 1 )
„(Prejudiciële verwijzing — Regionale belasting op grote handelszaken — Vrijheid van vestiging — Bescherming van het milieu en ruimtelijke ordening — Staatssteun — Selectieve maatregel)”
2018/C 211/04Procestaal: SpaansVerwijzende rechter
Tribunal Supremo
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Asociación Nacional de Grandes Empresas de Distribución (ANGED)
Verwerende partij: Diputación General de Aragón
Dictum
1) |
De artikelen 49 en 54 VWEU moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een belasting als die welke in de hoofdgedingen aan de orde is, die op grote handelszaken drukt. |
2) |
Een belasting als die welke in de hoofdgedingen aan de orde is, die hoofzakelijk afhankelijk van hun verkoopoppervlakte op grote handelszaken drukt, vormt geen staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU omdat zij voorziet in een vrijstelling voor zaken waarvan de verkoopoppervlakte niet groter is dan 500 m2 en voor zaken waarvan de verkoopoppervlakte deze drempel overschrijdt maar waarvoor de heffingsgrondslag de 2000 m2 niet overschrijdt. Een dergelijke belasting vormt evenmin staatssteun in de zin van die bepaling omdat zij voorziet in een vrijstelling voor zaken die actief zijn op het gebied van de verkoop van machines, voertuigen, industriële machines en componenten, bouwmaterialen, sanitair en deuren en ramen voor ondernemers, meubilair in afzonderlijke traditionele en speciaalzaken en motorvoertuigen alsook tuinartikelen en tankstations, aangezien die zaken het milieu en de ruimtelijke ordening minder aantasten dan de andere. Het staat aan de verwijzende rechterlijke instantie om te verifiëren of dit laatste ook het geval is. |
( 1 ) PB C 260 van 18.7.2016.