13.11.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 382/22


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 20 september 2017 (verzoeken om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha — Spanje) — Elecdey Carcelen SA (C-215/16), Energías Eólicas de Cuenca SA (C-216/16), Iberenova Promociones SAU (C-220/16), Iberdrola Renovables Castilla La Mancha SA (C-221/16)/Comunidad Autónoma de Castilla-La Mancha

(Gevoegde zaken C-215/16, C-216/16, C-220/16 en C-221/16) (1)

([Prejudiciële verwijzing - Milieu - Elektriciteit uit wind - Richtlijn 2009/28/EG - Bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen - Artikel 2, tweede alinea, onder k) - Steunregeling - Artikel 13, lid 1, tweede alinea, onder e) - Administratieve heffingen - Richtlijn 2008/118/EG - Algemene regeling inzake accijns - Artikel 1, lid 2 - Andere indirecte belastingen met specifieke doeleinden - Richtlijn 2003/96/EG - Belasting van energieproducten en elektriciteit - Artikel 4 - Minimumbelasting op energie - Heffing op windgeneratoren bestemd voor het opwekken van elektriciteit])

(2017/C 382/25)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Superior de Justicia de Castilla-La Mancha

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Elecdey Carcelen SA (C-215/16), Energías Eólicas de Cuenca SA (C-216/16), Iberenova Promociones SAU (C-220/16), Iberdrola Renovables Castilla La Mancha SA (C-221/16)

Verwerende partij: Comunidad Autónoma de Castilla-La Mancha

Dictum

1)

Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van richtlijn 2001/77/EG en richtlijn 2003/30/EG, in het bijzonder artikel 2, tweede alinea, onder k), en artikel 13, lid 1, tweede alinea, onder e), ervan, moet aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling als die in de hoofdgedingen, die voorziet in de inning van een heffing op windgeneratoren bestemd voor het opwekken van elektriciteit.

2)

Artikel 4 van richtlijn 2003/96/EG van de Raad van 27 oktober 2003 tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling als die in de hoofdgedingen, die voorziet in de inning van een heffing op windgeneratoren bestemd voor het opwekken van elektriciteit, aangezien bij die heffing geen sprake is van de heffing van belasting op energieproducten of elektriciteit in de zin van artikel 1 en artikel 2, leden 1 en 2, van deze richtlijn en zij dus niet binnen de werkingssfeer van die richtlijn valt.

3)

Artikel 1, lid 2, van richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van richtlijn 92/12/EEG moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een nationale wettelijke regeling als die in de hoofdgedingen, die voorziet in de inning van een heffing op windgeneratoren bestemd voor het opwekken van elektriciteit, aangezien die heffing geen belasting op het verbruik van energieproducten of elektriciteit vormt en dus niet binnen de werkingssfeer van die richtlijn valt.


(1)  PB C 243 van 4.7.2016.