201711170081555432017/C 412/121562016CJC41220171204NL01NLINFO_JUDICIAL201710127711

Zaak C-156/16: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 12 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht München — Duitsland) — Tigers GmbH / Hauptzollamt Landshut [Prejudiciële verwijzing — Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 — Artikel 1, lid 3 — Communautair douanewetboek — Artikel 78 — Regel die de toepassing van individuele antidumpingrechten afhankelijk stelt van de overlegging van een geldige factuur — Toelaatbaarheid van het overleggen van een geldige handelsfactuur na de douaneaangifte — Weigering van terugbetaling]


C4122017NL710120171012NL00127171

Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 12 oktober 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht München — Duitsland) — Tigers GmbH / Hauptzollamt Landshut

(Zaak C-156/16) ( 1 )

„[Prejudiciële verwijzing — Uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 — Artikel 1, lid 3 — Communautair douanewetboek — Artikel 78 — Regel die de toepassing van individuele antidumpingrechten afhankelijk stelt van de overlegging van een geldige factuur — Toelaatbaarheid van het overleggen van een geldige handelsfactuur na de douaneaangifte — Weigering van terugbetaling]”

2017/C 412/12Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht München

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Tigers GmbH

Verwerende partij: Hauptzollamt Landshut

Dictum

Artikel 1, lid 3, van uitvoeringsverordening (EU) nr. 412/2013 van de Raad van 13 mei 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op keuken- en tafelgerei van keramiek van oorsprong uit de Volksrepubliek China, moet aldus worden uitgelegd dat op grond ervan na de douaneaangifte een geldige handelsrekening voor de vaststelling van een definitief antidumpingrecht mag worden overgelegd wanneer aan alle andere prealabele voorwaarden die voor de verkrijging van een specifiek antidumpingrecht voor de onderneming noodzakelijk zijn, is voldaan, en wanneer de eerbiediging van de goede toepassing van de antidumpingrechten gewaarborgd is. Het is aan de verwijzende rechterlijke instantie om dat te verifiëren.


( 1 ) PB C 211 van 13.6.2016.