21.8.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 277/15


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 22 juni 2017 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de rechtbank Midden-Nederland) — Federatie Nederlandse Vakvereniging e.a./Smallsteps BV

(Zaak C-126/16) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Richtlijn 2001/23/EG - Artikelen 3 tot en met 5 - Overgang van ondernemingen - Behoud van de rechten van de werknemers - Uitzonderingen - Insolventieprocedure - „Pre-pack” - Voortbestaan van een onderneming))

(2017/C 277/20)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Midden-Nederland

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Federatie Nederlandse Vakvereniging, Karin van den Burg-Vergeer, Lyoba Tanja Alida Kukupessy, Danielle Paase-Teeuwen, Astrid Johanna Geertruda Petronelle Schenk

Verwerende partij: Smallsteps BV

Dictum

Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen, en met name artikel 5, lid 1, ervan, moet aldus worden uitgelegd dat de door de artikelen 3 en 4 van die richtlijn gegarandeerde bescherming van werknemers behouden blijft in een situatie zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is, waarin de overgang van een onderneming plaatsvindt na een faillietverklaring in de context van een vóór de faillietverklaring voorbereide en onmiddellijk daarna uitgevoerde pre-pack, in het kader waarvan een door een rechtbank aangestelde „beoogd curator” met name de mogelijkheden onderzoekt van een eventuele voortzetting van de activiteiten van die onderneming door een derde en zich voorbereidt op handelingen die onmiddellijk na de faillietverklaring moeten worden verricht teneinde die voortzetting te verwezenlijken. In dat verband is niet relevant dat de pre-pack tevens de maximalisatie van de opbrengst van de overdracht voor alle schuldeisers van die onderneming beoogt.


(1)  PB C 165 van 10.5.2016.