6.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 178/19


Beschikking van het Gerecht van 27 maart 2017 — Frank/Commissie

(Zaak T-603/15) (1)

((„Beroep tot nietigverklaring - Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie Horizon 2020 - Oproepen tot het indienen van voorstellen en verwante activiteiten op grond van het ERC-werkprogramma 2015 - Besluit waarbij de ERCEA oordeelt dat het door verzoekende partij ingediende voorstel niet voor subsidie in aanmerking komt - Stilzwijgend besluit van de Commissie houdende afwijzing van het administratief beroep tegen het besluit van de ERCEA - Onjuiste aanduiding van de verwerende partij - Niet-ontvankelijkheid”))

(2017/C 178/25)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Regine Frank (Bonn, Duitsland) (vertegenwoordigers: aanvankelijk W. Trautner, vervolgens E. Niitväli, M. Reysen, vervolgens E. Niitväli, M. Reysen en S. Wachs, en ten slotte S. Conrad, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: R. Lyal en B. Conte, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van het besluit van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad (ERCEA) van 5 juni 2015, waarbij voorstel nr. 680151 van verzoekster, dat is ingediend in het kader van het programma „ERC starting grant”, niet positief is beoordeeld in de eerste fase en niet is toegelaten tot toetsing in de tweede fase, en van het stilzwijgend besluit van de Commissie houdende afwijzing van het administratief beroep dat verzoekster had ingesteld krachtens artikel 22, lid 1, van verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB 2003, L 11, blz. 1)

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Regine Frank en de Europese Commissie dragen hun eigen kosten.


(1)  PB C 48 van 8.2.2016.