28.8.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 283/49 |
Beschikking van het Gerecht van 5 juli 2017 — EEB/Commissie
(Zaak T-448/15) (1)
([„Beroep tot nietigverklaring en schadevergoeding - Toegang tot documenten - Verordening (EG) nr. 1049/2001 - Documenten inzake de intrekking van voorstel COM(2014) 397 final voor een richtlijn van het Parlement en de Raad - Gedeeltelijke weigering van toegang - Gedeeltelijke afdoening zonder beslissing - Gedeeltelijke kennelijke niet-ontvankelijkheid”])
(2017/C 283/75)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: European Environmental Bureau (EEB) (Brussel, België) (vertegenwoordiger: B. Kloostra, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Pignataro-Nolin, E. Sanfrutos Cano en A. Buchet, gemachtigden)
Interveniënten aan de zijde van verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: A. Tamás en I. McDowell, gemachtigden) en Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: B. Driessen, E. Rebasti en M. Moore, gemachtigden)
Voorwerp
Een op artikel 263 VWEU gebaseerd verzoek dat primair strekt tot nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 1 juni 2015 en subsidiair tot nietigverklaring van een stilzwijgend afwijzingsbesluit, alsook een op artikel 268 VWEU gebaseerd verzoek tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden als gevolg van die handeling
Dictum
1) |
Op het verzoek tot nietigverklaring behoeft geen uitspraak meer te worden gedaan. |
2) |
Het beroep wordt kennelijk niet-ontvankelijk verklaard voor het overige. |
3) |
De Europese Commissie wordt verwezen in haar eigen kosten en in die van het European Environmental Bureau (EEB). |
4) |
Het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie zullen hun eigen kosten dragen. |