14.11.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 419/46


Beschikking van het Gerecht van 26 september 2016 — Greenpeace Energy e.a./Commissie

(Zaak T-382/15) (1)

((„Beroep tot nietigverklaring - Staatssteun - Steun ten behoeve van eenheid C van de kerncentrale Hinkley Point - Contract for difference, instemming van de staatssecretaris en kredietgarantie - Besluit waarbij de steun verenigbaar met de interne markt wordt verklaard - Geen substantiële aantasting van de concurrentiepositie - Geen individuele geraaktheid - Niet-ontvankelijkheid”))

(2016/C 419/61)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partijen: Greenpeace Energy eG (Hamburg, Duitsland) en negen andere verzoeksters wier naam in de bijlage bij de beschikking is vermeld (vertegenwoordigers: D. Fouquet en J. Nysten, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: É. Gippini Fournier, T. Maxian Rusche en P. Němečková, gemachtigden)

Voorwerp

Verzoek gebaseerd op artikel 263 VWEU en strekkende tot nietigverklaring van besluit (EU) 2015/658 van de Commissie van 8 oktober 2014 betreffende steunmaatregel SA.34947 (2013/C) (ex 2013/N) die het Verenigd Koninkrijk voornemens is ten uitvoer te leggen ten behoeve van de kerncentrale Hinkley Point C (PB 2015, L 109, blz. 44)

Dictum

1)

Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.

2)

Op de verzoeken tot interventie ingediend door NNB Generation Company Limited, de Slowaakse Republiek, Hongarije, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Franse Republiek, de Tsjechische Republiek en de Republiek Polen hoeft niet te worden beslist.

3)

Greenpeace Energy eG en de negen andere verzoeksters wier naam in de bijlage is vermeld, worden verwezen in hun eigen kosten en in de kosten die de Commissie zijn opgekomen met uitzondering van de kosten die betrekking hebben op de verzoeken tot interventie.

4)

Greenpeace Energy eG en de negen andere verzoeksters wier naam in de bijlage is vermeld, de Commissie, NNB Generation Company Limited, de Slowaakse Republiek, Hongarije, het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Franse Republiek, de Tsjechische Republiek en de Republiek Polen dragen hun eigen kosten betreffende de verzoeken tot interventie.


(1)  PB C 337 van 12.10.2015.