12.12.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 462/18 |
Arrest van het Gerecht van 26 oktober 2016 — Jaber/Raad
(Zaak T-154/15) (1)
([„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen Syrië - Bevriezing van tegoeden - Nietigverklaring van eerdere handelingen bij een arrest van het Gerecht - Nieuwe handelingen waarbij de naam van verzoeker in de lijsten is opgenomen - Beroep tot nietigverklaring - Artikel 76, onder d), van het Reglement voor de procesvoering - Inhoud van het verzoekschrift - Ontvankelijkheid - Motiveringsplicht - Bewijslast - Recht van eigendom - Vrijheid van ondernemerschap”])
(2016/C 462/21)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Aiman Jaber (Lattakia, Syrië) (vertegenwoordigers: A. Boesch, D. Amaudruz en M. Ponsard, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: B. Driessen en S. Kyriakopoulou, gemachtigden)
Voorwerp
Beroep krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit (GBVB) 2015/117 van de Raad van 26 januari 2015 houdende uitvoering van besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB 2015, L 20, blz. 85), en van uitvoeringsverordening (EU) 2015/108 van de Raad van 26 januari 2015 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB 2015, L 20, blz. 2), voor zover de naam van verzoeker is geplaatst op de lijst van personen en entiteiten waarvoor beperkende maatregelen gelden
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Aiman Jaber zal zijn eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie in de onderhavige procedure en in de procedure in kort geding dragen. |