Beschikking van het Hof (Tiende kamer) van 3 maart 2016 – Euro Bank

(Zaak C‑537/15)

„Prejudiciële verwijzing — Bescherming van de consument — Richtlijn 93/13/EEG — Kredietovereenkomst — Oneerlijke bedingen — Nationale regeling — Vereenvoudigde executoriale titel voor de banken — Aanbrenging van de verplichte formule van tenuitvoerlegging door het gerecht van tenuitvoerlegging — Ambtshalve beoordeling van de oneerlijkheid van de contractuele bedingen — Onmogelijkheid — Intrekking van de betrokken nationale regeling — Afdoening zonder beslissing”

Prejudiciële vragen — Bevoegdheid van het Hof — Zaak die bij verwijzende rechterlijke instantie zonder voorwerp is geraakt — Afdoening zonder beslissing (Art. 267 VWEU) (cf. punten 31‑33, 35, 36 en dictum)

Dictum

Op het door de Sąd Rejonowy w Koninie (districtsrechter in eerste aanleg Konin, Polen) bij beslissing van 21 september 2015 in zaak C‑537/15 ingediende verzoek om een prejudiciële beslissing hoeft niet te worden beslist.