18.1.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/18


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d'État (Frankrijk) op 19 oktober 2015 — Association nationale des opérateurs détaillants en énergie (ANODE)/Premier ministre, Ministre de l’Écologie, du Développement durable et de l'Énergie

(Zaak C-543/15)

(2016/C 016/23)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d'État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Association nationale des opérateurs détaillants en énergie (ANODE)

Verwerende partijen: Premier ministre, Ministre de l’Écologie, du Développement durable et de l'Énergie

Prejudiciële vraag

Moeten de artikelen 34 en 36 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie aldus worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een capaciteitsmechanisme in de elektriciteitssector zoals aan de orde in het hoofdgeding en meer in het bijzonder omschreven in de punten 1, 15 en 17 tot en met 19 van de onderhavige beslissing?

In het bijzonder:

a)

Moet artikel 34 van het Verdrag aldus worden uitgelegd dat het zich, ofschoon het mechanisme capaciteiten slechts vergoedt op basis van de beschikbaarheid ervan en niet op basis van de daadwerkelijke productie, en gelet op het feit dat met de gevolgen van de marktkoppelingen rekening wordt gehouden bij de bepaling van de verplichtingen van de leveranciers waardoor het oorzakelijk verband tussen de in het decreet vastgelegde uitsluiting van het mechanisme van buitenlandse capaciteiten en de beperkende werking voor het grensoverschrijdende handelsverkeer in elektriciteit die er het gevolg van kan zijn voor wat betreft de aanwijzing door de investeerders van de bevoorradingsbron en de keuze van de bevoorrading door de leveranciers, losser wordt, tegen een dergelijke uitsluiting verzet?

b)

Kan de veiligstelling van de levering van elektriciteit aan de bevolking van een lidstaat gelet op de ontwikkeling van het Europese rechtskader voor de interne elektriciteitsmarkt een onder het begrip openbare veiligheid in de zin van artikel 36 van het Verdrag vallende doelstelling zijn?

c)

Wat zijn, gelet op onder meer de beoordelingsmarge die de lidstaten is gelaten bij de bepaling van hun beleid om de elektriciteitsvoorziening veilig te stellen, de criteria aan de hand waarvan kan worden nagegaan of een gedecentraliseerd capaciteitsmechanisme dat bij de huidige stand van de Europese elektriciteitsmarkt een maatregel houdende uitsluiting van buitenlandse capaciteiten impliceert die wordt gecompenseerd doordat bij de bepaling van de verplichtingen van de leveranciers de marktkoppelingen in aanmerking worden genomen, aan de voor toepassing van artikel 36 van het Verdrag vereiste voorwaarde van evenredigheid kan voldoen?