11.1.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 7/9


Beroep ingesteld op 15 oktober 2015 — Europese Commissie/Helleense Republiek

(Zaak C-540/15)

(2016/C 007/15)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: Maria Patakia, Muriel Heller en Klara Talabér-Ritz)

Verwerende partij: Helleense Republiek

Conclusies

Vaststellen dat de Helleense Republiek, door niet de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die noodzakelijk zijn om te voldoen aan richtlijn 2012/27/ΕU (1) van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG, althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens artikel 28, lid 1, van die richtlijn op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

de Helleense Republiek overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU veroordelen tot betaling van een dwangsom ten bedrage van 29 145,60 EUR per dag vanaf de dag van de uitspraak van het arrest van het Hof;

de Helleense Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 (hierna: „richtlijn”) betreft energie-efficiëntie, wijzigt de richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en trekt de richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG in. Volgens artikel 1 ervan legt deze richtlijn een gemeenschappelijk kader met maatregelen vast voor de bevordering van energie-efficiëntie binnen de Unie, om ervoor te zorgen dat de Unie de kerndoelstelling van 20 % meer energie-efficiëntie in 2020 haalt en om de weg te effenen voor verdere verbeteringen van de energie-efficiëntie na die datum. Er worden regels in vastgelegd om belemmeringen op de energiemarkt weg te nemen en om markttekortkomingen te overwinnen die de efficiëntie in energievoorziening en -gebruik belemmeren en er wordt voorzien in de opstelling van indicatieve nationale energie-efficiëntiestreefcijfers voor 2020.

2.

Volgens artikel 28 van richtlijn 2012/27/EU moeten de lidstaten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen om uiterlijk op 5 juni 2014 te voldoen aan de richtlijn en, meer in het bijzonder, aan in bepaalde artikelen genoemde verplichtingen, waarnaar wordt verwezen in artikel 28, uiterlijk op de in deze bepalingen bepaalde data, en de Commissie de door hen vastgestelde bepalingen onverwijld mededelen. Die mededeling vormt een intrinsiek bestanddeel van de verplichting tot omzetting van richtlijnen van de Europese Unie in het recht van de lidstaten alsmede van de plicht tot loyale samenwerking, welke omstandigheid tevens haar weerslag vindt in artikel 260, lid 3, VWEU.

3.

De Commissie heeft, met inachtneming van de precontentieuze procedure van artikel 258, tweede alinea, VWEU, geconstateerd dat de Helleense Republiek de maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2012/27//EU, niet binnen de in de desbetreffende bepalingen van de richtlijn gestelde termijnen heeft vastgesteld, en dit ook daarna tot nog toe niet heeft gedaan, en dat zij hoe dan ook heeft verzuimd die maatregelen mede te delen. De Commissie heeft besloten bij het Hof beroep in te stellen tegen de Helleense Republiek opdat het de betrokken niet-nakoming vaststelt.

4.

De Commissie verzoekt het Hof voorts de Helleense Republiek overeenkomstig artikel 260, lid 3, VWEU een dwangsom op te leggen. De hoogte van de door de Commissie voorgestelde dwangsom is vastgesteld op basis van de criteria en op de wijze als bepaald door de Commissie in de desbetreffende mededeling van 15 januari 2011.


(1)  PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1.