16.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 381/18


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Conseil d’État (Frankrijk) op 3 september 2015 — Jean-Michel Adrien, Frédéric Baron, Catherine Blanchin, Marc Bouillaguet, Anne-Sophie Chalhoub, Denis d’Ersu, Laurent Gravière, Vincent Cador, Roland Moustache, Jean-Richard de la Tour, Anne Schneider, Bernard Stamm, Éléonore von Bardeleben/Premier ministre, Ministre des finances et des comptes publics, Ministre de la décentralisation et de la fonction publique

(Zaak C-466/15)

(2015/C 381/22)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Conseil d’État

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Jean-Michel Adrien, Frédéric Baron, Catherine Blanchin, Marc Bouillaguet, Anne-Sophie Chalhoub, Denis d’Ersu, Laurent Gravière, Vincent Cador, Roland Moustache, Jean-Richard de la Tour, Anne Schneider, Bernard Stamm, Éléonore von Bardeleben

Verwerende partijen: Premier ministre, Ministre des finances et des comptes publics, Ministre de la décentralisation et de la fonction publique

Prejudiciële vraag

Is een nationale regeling die een bij een instelling van de Europese Unie gedetacheerde ambtenaar de mogelijkheid biedt om voor de duur van zijn detachering te kiezen voor ofwel de onderbreking van het betalen van bijdragen aan de pensioenregeling van zijn herkomstland, in welk geval zijn pensioen op basis van deze regeling volledig wordt gecumuleerd met de pensioenvoordelen verbonden aan de detacheringsfunctie, ofwel het verder blijven betalen van deze bijdragen, in welk geval zijn pensioen op grond van die regeling wordt beperkt tot het bedrag dat nodig is om het totaalbedrag van het pensioen, met inbegrip van het pensioen verworven op grond van de regeling verbonden aan de detacheringsfunctie, op het bedrag te brengen dat hij zou hebben verkregen wanneer er geen detachering zou hebben plaatsgevonden, in strijd met de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, gelezen in het licht van artikel 48 van hetzelfde Verdrag, en met het in artikel 4 van het Verdrag betreffende de Europese Unie vermelde beginsel van loyale samenwerking?