26.10.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 354/19


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (België) op 17 juli 2015 — Denis Malcorp e.a. tegen Vlaams Gewest, andere partij; Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen

(Zaak C-388/15)

(2015/C 354/21)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Raad van State

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekers: Denis Malcorps, Myriam Rijssens, Guido Van De Walle

Verweerder: Vlaams Gewest

Tussenkomende partij: Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen

Prejudiciële vraag

Het gewestelijk RUP [ruimtelijk uitvoeringsplan] bevat stedenbouwkundige voorschriften waarin verordenend wordt vastgesteld dat de ontwikkeling van gebieden (meer bepaald voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, voor logistiek park, voor waterweginfrastructuur en voor verkeers- en vervoersinfrastructuur) waarin zich natuurwaarden (areaal van een natuurlijk habitattype of leefgebied van een soort waarvoor de betrokken speciale beschermingszone is aangewezen) bevinden die een bijdrage leveren aan de instandhoudingsdoelstellingen voor de betrokken speciale beschermingszones, pas mogelijk is na de inrichting van duurzaam leefgebied in natuurkerngebieden (aangeduid binnen natura 2000-gebied) en na een beslissing van de Vlaamse regering met voorafgaand advies van de Vlaamse administratie bevoegd voor het natuurbehoud — die deel dient uit te maken van een aanvraag voor het bekomen van een stedenbouwkundige vergunning met het oog op de realisatie van de voormelde bestemmingen — dat de duurzame inrichting van de natuurkerngebieden geslaagd is.

Kunnen deze stedenbouwkundige voorschriften met de erin vooropgestelde positieve ontwikkelingen van het natuurkerngebied, in aanmerking worden genomen bij het in artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn (1) bedoelde bepalen van de mogelijke significante gevolgen en/of het maken van een passende beoordeling, of kunnen deze stedenbouwkundige voorschriften slechts als „compenserende maatregelen” in de zin van het vierde lid van artikel 6 van de Habitatrichtlijn worden aangemerkt, voor zover de bij deze bepaling gestelde voorwaarden vervuld zijn?


(1)  Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206, blz. 7).