27.4.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 138/27 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht München (Duitsland) op 21 januari 2015 — Josef Plöckl/Finanzamt Schrobenhausen
(Zaak C-24/15)
(2015/C 138/38)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Finanzgericht München
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Josef Plöckl
Verwerende partij: Finanzamt Schrobenhausen
Prejudiciële vraag
Zijn de lidstaten op grond van de artikelen 22, lid 8, en 28 quater, A, onder a), eerste alinea, en onder d), van de Zesde richtlijn van de Raad 77/388/EEG (1) van 17 mei 1977 bevoegd vrijstelling voor een intracommunautaire levering (in casu een intracommunautaire overbrenging) te weigeren wanneer de leverancier weliswaar niet alles heeft gedaan wat van hem kan worden verlangd wat de formele vereisten inzake vermelding van het btw-identificatienummer betreft, maar er geen concrete aanwijzingen bestaan voor belastingfraude, het goed naar een andere lidstaat is overgebracht en ook is voldaan aan de overige voorwaarden voor vrijstelling?
(1) Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1), zoals gewijzigd.