30.3.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 107/19


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof Amsterdam (Nederland) op 12 januari 2015 —  AK (*1) tegen Achmea Schadeverzekeringen NV, Stichting Achmea Rechtsbijstand

(Zaak C-5/15)

(2015/C 107/27)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Gerechtshof Amsterdam

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: AK (*1)

Verweersters: Achmea Schadeverzekeringen NV, Stichting Achmea Rechtsbijstand

Prejudiciële vraag

Dient het begrip „administratieve procedure” in artikel 4, lid 1, aanhef en onder a, van richtlijn 87/344/EEG (1) van de Raad van 22 juni 1987 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering, aldus te worden uitgelegd dat daaronder is begrepen de fase van bezwaar bij het CIZ [Centrum Indicatiestelling Zorg], waarin degene die op een verzoek om een indicatiestelling een afwijzend besluit van het CIZ heeft gekregen een bezwaarschrift indient bij het CIZ met het verzoek het besluit te herzien?


(*1)  Informatie gewist of vervangen in het kader van de bescherming van persoonsgegevens en/of vertrouwelijkheid.

(1)  PB L 185, blz. 77.